Jacob Egbertsz Hartog ( Kos)
Jacob Egbertsz Hartog ( Kos),
geb. op 23-11-1721 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 23-11-1721 te Huijsen,
ovl. te Huijsen; <= 1723.- Vader:
Egbert ( Ebbert) Jacobsz Hartog ( Kos), zn. van Jacob Kossen Hartogh en Agnietien Ebberts ,
geb. op 08-04-1697 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 08-04-1697 te Huijsen,
ovl. op 05-12-1724 te Huijsen; DTB-20; 1 van 3 verdronken vissers,
begr. op 09-12-1724 te Huijsen; DTB-12: Pro Deo,
, -
ORA- 184-3218A071; 12-01-1731: Verdeling van den boedel van Grietje Jaspers meerderjarige ongehuwde dogter overleden binnen den dorpe Huijsen, uijt kragte van den Testament dd 29-05-1722, Nots Jan Nagtglas binnen Naarden. Willem Rebel en Tijmen
Jacobsz als testamentaire executeurs.
1/4 portie van de nalatenschap aan, respectievelijk:
Peetje Jaspers getrouwt met Hendrik Gerritsz, Willempje Jaspers weduwe van Jan Sijbrandsz, Gerritje Jaspers weduwe van Elbert Jacobsz, Jannetje Jaspers getrouwt met Wijgert Pietersz
Boedel: 2 obligaties ten laste van Tijmen Jacobsz elk f 1.000; 2 huijsen enz tot totaal f 3.250, d.w.z. elk 1/4 portie is f 812:10:- in geld of deels in b.v. een huijs
-
ORA-184-3178; 08-04-1735: Akte van bewijs. Gerritje Jaspers eerst weduwe van Ebbert Jacobsz Cos, bij wie sij een minder-jarig kind is hebbende, en nu enige tijd getrouwt met Gijsbert Pietersz ter eenre en Tijmen Jacobsz en Rijck Lambertsz
Lustig als voogden over het voorn. minderjarige kind ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 200 reeds in handen van de voogden gestelt, en opvoeding
-
ORA-184-3179; 13-12-1748: Jacob Ebbertsz Cos, soon van wijlen Ebbert Jacobsz Cos en van Gerritje Jaspers, sijnde hij comparant door huijwelijk meerderjarig thans wonende te Durgerdam, zou nog van vaders erfenis f 200 + f 100 = f 300,- ontvangen
welk bedrag berustte onder de voogden Tijmen Jacobsz en de inmiddels overleden Rijk Lambertsz Lustig en bij dese alsnog ontvangen. Gerritje Jaspers compareerde mede,
tr. op 26-12-1720 te Huijsen; Pro Deo.
>